Terug naar… 16 februari 1896

Volgens Aristophanes – als we Plato mogen geloven – werd de wereld vroeger bewoond door mensachtige wezens met twee hoofden, vier armen en vier benen. Hun arrogantie was echter zo ondraaglijk dat Zeus besloot om ze allemaal in tweeën te hakken. Er ontstonden op die manier organismen met één hoofd, twee armen en twee benen: de mens. Dit verklaart waarom we een partner zoeken. We hopen op die manier weer herenigd worden met degene met wie we vroeger één geheel vormden. Liefde is niets minder dan het verlangen om samen te smelten met onze wederhelft. Maar hoe vind je deze persoon? Hoe lokaliseer je de Enige Ware? In 1896 was dat minstens zo moeilijk als nu.

De krant van vandaag bevat een bericht over een relatief nieuwe strategie om de Enige Ware op te sporen: de huwelijksadvertentie. In Nederland zijn deze advertenties nog een zeldzaamheid, maar in het buitenland worden ze steeds gebruikelijker. De schrijver geeft vervolgens een kleine selectie weer van “vermakelijke” advertenties. Neem bijvoorbeeld het volgende bizarre aanzoek van een meneer uit Wenen (dat al zesmaal in de krant heeft gestaan en daarom waarschijnlijk geen grap is):

Een beschaafd koopman, 42 jaar oud, zedig, bescheiden, ernstig van aard, met een hoog ontwikkeld plichtgevoel, verdraagzaam, van aanzienlijke familie, bekleedende een hooge betrekking in een van ouds gunstig bekende handelszaak, doch vrijwillig zijn ontslag genomen hebbende, met primissima referenties en ruim VIJFTIEN DUIZEND GULDEN VERMOGEN, en die nog meer heeft te wachten, liefhebber van boeken, in het bezit van een zeer kostbare groote particuliere bibliotheek van wetenschappelijke werken wenschte, ten einde PROTECTIE te krijgen, zich aan te sluiten bij een hem in den geest verwante familiekring te Weenen, om een passende BETREKKING ALS AMBTENAAR TE VINDEN, en, het eenzame jonggezellen leven moede, ja bestraald door den morgenzon van idiocratische wedergeboorte, zich met een sympathiek wezen, dat hem hart en hand wil schenken voor een verbintenis voor het leven, voor HYMENS ALTAAR TE VERBINDEN. Brieven onder het motto: DOOR PROZA EN POËZIE TOT DE VERBINTENIS VOOR HET LEVEN te zenden enz.

In diezelfde stad woont een vrouw die “uit de eentonige kleurloosheid van haar afzondering te voorschijn tredend, als goed geconserveerde weduwe, die nog in het bezit is van de kleederen van wijlen haar echtgenoot, een passenden heer als levensgezel” zocht. Niets is immers aantrekkelijker dan een vrouw die je in de kleren van haar overleden man wil hijsen… In een andere advertentie geeft een vermogend man aan dat vrouwen moeten reageren onder het motto: “Gij zult mijn Heer zijn”. Fifty Shades of Grey avant la lettre!

De schrijver merkt op de mannen over het algemeen meer eisen hebben dan vrouwen. Een Engelsman uit Chicago geeft bijvoorbeeld aan dat hij op zoek is naar “een dame, brunette, met donkerblauwe oogen, beschaafd en uit den aanzienlijken stand, 5 voet 4½ duim lang, 39 duim borstwijdte en een taille van 38½ duim.” Schoennummer 3½ en handschoennummer 5½ zijn daarnaast een aanbeveling. Volgens de schrijver overschrijdt hij hiermee de “grens van het mogelijke.” Daar zit wel wat in, dunkt me. Daarna vergelijkt de schrijver de advertenties van een Amerikaanse dame en een Japanse jonkvrouw. De Amerikaanse dame is behoorlijk bombastisch:

Medeburgers. Zult gij onverschillig blijven, wanneer een landgenoote, jong, schoon, goed opgevoed, muzikaal, met gevoel voor kunst, kortom een wezen, dat alles bezit wat een man liefde kan inboezemen wat hem gelukkig kan maken, haar toevlucht moet nemen tot de dagbladen om een man te krijgen? Op, talmt niet langer! Uw wachtwoord zij voortaan: Voorwaarts, trouwen of sterven! Maar zijt niet bevreesd. Zoolang de wereld bestaat, heeft nog nooit een schuchter jonkman het hart van een schoone veroverd.

De advertentie van de Japanse jonkvrouw is daarentegen lieflijk als een sierlijk waaiertje:

Een jonge dame wenscht in het huwelijk te treden. Zij is zeer schoon, haar gelaat is een roos gelijk en door donker kroeshaar omlijst. Haar wenkbrauwen vertoonen den vorm van de halve maan, de mond is klein en sierlijk. Ook is zij zeer rijk, rijk genoeg om aan de zijde van een levensgezel des daags de bloemen te bewonderen en des nachts de sterren aan den hemel te kunnen bezingen. De man, die zij zich kiezen zal, moet eveneens jong, schoon en beschaafd zijn en met haar eenzelfde graf willen deelen.

Het is natuurlijk wel oppassen met huwelijksadvertenties. Zo kreeg een handwerksman een reactie van een vrouw die zei dat ze gevangen zat. Toen hij haar probeerde te bevrijden gebeurde het volgende:

de jonge man was nauwelijks over den muur, toen een waker op den vermeenden dief toesnelde en hem geducht afranselde. De jonge lieden, die de grap hadden bedacht, lachtten in hun vuistje, maar de trouwlustige werkman werd naar het politiebureau gevoerd, waar gelukkig de zaak weldra opgehelderd werd. Hij zwoer — wat laat — dat hij liever ongetrouwd zou blijven, dan zich ooit weder te wagen op den “meer en meer gebruikelijken weg.”

Zoals de Everly Brothers ooit zongen: Love hurts!

Bron

  • Print
  • Facebook
  • Twitter
  • Google Bookmarks
  • PDF