Terug naar… 17 december 1896

De Nederlandse overheid is redelijk terughoudend in het uitoefenen van censuur. In tegenstelling tot veel andere landen bestaat er hier geen wet waarmee pornografische geschriften onderdrukt kunnen worden. Er is wel een weinig gebruikte wet die het tentoonstellen of verspreiden van “voor de eerbaarheid aanstootelijke” afbeeldingen of pamfletten strafbaar stelt, maar tegen pornografische boeken of tijdschriften kan niets gedaan worden. Zoals valt te lezen in De memorie van toelichting op het wetboek van 1886: “Tegen vrijwillig eigen zedenbederf de individuen te beschermen behoort niet tot de taak der strafwet. Zij heeft alleen te waken tegen het kwetsen van eens anders eerbaarheid, en dit geschiedt niet door boeken met onzedelijken inhoud, maar door zedelooze prenten of kleine schotschriften die, tentoongesteld of verspreid, zich ook huns ondanks aan personen opdringen, wier zedelijk gevoel er door gekwetst wordt.” (In 1911 kwam een einde aan dit liberale beleid. In dat jaar werd de Zedelijkheidswet ingevoerd. Met deze wet werd o.a. de vervaardiging en verspreiding van pornografische geschriften strafbaar.) Toch doet men nu een poging om onzedelijke lectuur in ieder geval aan het oog te onttrekken van argeloze postbeambtes:

Naar wij vernemen heeft de officier van justitie alhier tot de directie van het postkantoor te Amsterdam het verzoek gericht, onzedelijke platen en geschriften op te houden en niet te verzenden, wanneer zij niet in gesloten enveloppe aangeboden zijn. Als drukwerk kunnen zij dus niet meer verzonden worden, zoodat dergelijke verzendingen in het vervolg aan het gewone briefport moeten worden onderworpen. Er worden b.v. in Amsterdam geschriften gedrukt, die van hier uit naar Frankrijk verzonden worden, waar zij door de wet verboden zijn. Deze zullen dus niet meer op de tot nog toe gebruikelijke wijze hunne bestemming bereiken. Verder vernemen wij, dat aan den uitgever van een alhier verschijnend Hollandsch weekblaadje [vermoedelijk gaat het hier om Pst Pst. Weekblad voor qui s’y frotte, s’y pique!], waarvan de naam al dadelijk aanwijst wat de moreele waarde van den inhoud is, medegedeeld is, dat de post zich niet meer met de verzending van de uitgave belast, wanneer de exemplaren niet in gesloten couvert aan het postkantoor bezorgd zijn.

Bron

  • Print
  • Facebook
  • Twitter
  • Google Bookmarks
  • PDF