Terug naar… 4 oktober 1896

Een Hagenaar heeft vanuit zijn kamer een huis geobserveerd en geturfd hoe vaak het aanwezige dienstmeisje de voordeur moet opendoen. Van 9 tot 12 uur ‘s ochtends werd er aangebeld door:

den bakker, den melkboer, den krantenlooper, den groenteboer, den kruidenier, den slager, een man met enveloppen, den aschman, den postbode, een orgelman, een koopman met schuurgoed, een man met een houten been, een slager, die het bestelde vleesch brengt, een meisje met radijs, een borstelkoopman, den winkelier met de bestelling, een oudroestkoopman, een vrouw met zuigeling, den bleeker, een vischboer, een schaalcollecte, een bedelaar, een citroenkoopman, een meisje met vuurmakers, een colporteur, de petroleumvrouw, een parapluienkoopman, een handwagen met trapladdertjes, een knecht om antwoord op stalen voor japonstofjes, een rietenstoelenkoopman, den man met karnemelk, een blinde vrouw, een schoenmakersjongen, den koperslager, de buscollecte, een man met zeep, een wagen met bosjes hout van de dakloozen, een heilsoldaat, een vrouw met eieren, een koopman met lampekappen, den knecht uit den banketwinkel, een inteekenlijst, den turfboer, den knecht van de leesinrichting, den schillenboer, de glansstrijkster, den krantenjongen, die de krant terughaalt, een bierbottelaar, de kinderen uit de school.

Bovenstaande lijst bevat 47 (!) personen. Kortom, het dienstmeisje moest gemiddeld om de zes minuten naar de voordeur lopen! 

Bron

  • Print
  • Facebook
  • Twitter
  • Google Bookmarks
  • PDF