Terug naar… 6 november 1896

Maandagavond vond er in Amsterdam een bijeenkomst plaats “ter ontwikkeling van denkbeelden tot bestrijding van onzedelijkheid.” Een zaak die volgens de krant de aandacht verdient “van alle volwassen mannen en vrouwen van ervaring.” Dit soort bijeenkomsten zijn echter niet geschikt voor…

jonge meisjes en nog minder van meisjes van veertien en vijftien jaar, die nog tot de kinderen moeten worden gerekend. Voor haar kan het vernemen van het lage, ja van het allerlaagste en walglijkste dat in de achterhoeken onzer stad wordt bedreven, niet anders dan bezoedelend werken. Stuitend en ergerlijk kwam het daarom onzen redacteur-verslaggever voor op de eerste stoelenrijen tal van jonge meisjes te zien, waarvan velen nog kinderen waren, luisterend naar allerlei mededeelingen over de schandelijkste daden van ontucht en verlaging.

Dochters (zonen worden blijkbaar minder corrumpeerbaar geacht) en jonge kinderen moeten daarom voortaan thuisgelaten worden, vindt de krant:

Want het kinderlijk gemoed is niet bestand tegen kennismaking met toestanden waarin zooveel ouderen bezwijken en oudere meisjes verliezen zonder noodzakelijkheid zekere reinheid van verbeelding die haar levenskracht is in de jeugd.

Onverantwoordelijk in den strengsten zin achten wij dan ook de handelwijze der ouders die Maandagavond hun dochters naar de bijeenkomst lieten gaan terwijl ze haar thuis toch waarschijnlijk geen Zola en ergers in handen geven.

[…]

Weten die vrouwenvereenigingen, die de ontucht bestrijden, niet dat er ook eene ontucht van geest en verbeelding bestaat?

En dat het zeer misdadig is den geest van kinderen te bezoedelen met wat daarin vuil en walglijk is?

Bron

  • Print
  • Facebook
  • Twitter
  • Google Bookmarks
  • PDF