Paars

Pim Fortuyn had een hekel aan Paars. (De kabinetten, niet de kleur.) Je hoeft alleen maar de titel van zijn meest verkochte boek te zien – De puinhopen van acht jaar Paars, hier in zijn geheel te lezen – en je begrijpt meteen dat die haat erg diep zat.

Misschien had Fortuyn gelijk. Misschien heeft Paars inderdaad grote fouten gemaakt. Ik weet het niet. Ik ben – godzijdank – geen econoom, politicoloog of socioloog.

Nee, ik heb die filippica’s van Fortuyn jegens de verschillende Paarse kabinetten nooit goed begrepen. Ik bewaar juist goede herinneringen aan Wim Kok c.s. Waarschijnlijk omdat de totstandkoming van het eerste Paarse kabinet in 1994 mijn politieke bewustzijn instigeerde.

Zolang als ik me kon herinneren deelde het regenteske CDA de lakens uit in Nederland. En opeens was er toen dat eerste Paarse kabinet. De stoppels van Lubbers werden ingeruild voor het gladgeschoren gezicht van Wim Kok. Er waaide een frisse wind door Nederland. De Verlichting had ons land aangedaan – zo voelde het in ieder geval. We kregen een moderne, seculiere regering, die pragmatisch en zonder al teveel onpraktische, ideologische bagage ons land ging besturen. En dat wierp – zeker in het begin – zijn vruchten af. De economie bloeide als nooit tevoren, de werkloosheid daalde en Bill Clinton deed Nederland aan om poffertjes te eten. En zonder die hypocriete moraalridders van het CDA konden eindelijk zaken als euthanasie en het homohuwelijk bij wet geregeld worden. Kok, Bolkestein en Van Mierlo: voor mij waren (en zijn) het De Grote Drie.

En het CDA? Daar zouden we gelukkig nooit meer wat van horen. Ik was er van overtuigd dat het CDA zou veranderen in een miezerige margepartij, gedoemd om voor eeuwig in de oppositiebankjes te zitten.

Hoe weinig wist ik van politiek.

Uiteindelijk ging het tweede Paarse kabinet roemloos ten onder, Fortuyn werd vermoord en het CDA kwam weer aan de macht. In de Tweede Kamer ging weer een spruitjeslucht hangen. Er gebeurden gekke dingen. De progressieve PvdA ging opeens regeren met de ChristenUnie (een partij die wat mij betreft minstens zo moreel verwerpelijk is als de PVV – ik snap daarom ook niet zo goed waarom Cohen de VVD verwijt dat ze de PVV niet willen uitsluiten… maar goed, ik dwaal af). De VVD werd ondertussen een bekrompen kruidenierspartij en D66 veranderde in… ja, waar veranderde D66 in? Wisten we het maar.

En mijn naïeve optimisme over de politiek maakte langzaam plaats voor cynisme. De politiek, zo ontdekte ik, is als een man die je telkens weer bedriegt, keer op keer belooft zijn leven te beteren en je uiteindelijk achterlaat met een stapel onbetaalde rekeningen en syfilis.

Toch ga ik woensdag gewoon weer naar het stemhokje. En terwijl ik met het rode potlood mijn stem uitbreng, zal ik een visioen krijgen. Het visioen duurt kort, hoogstens een nanoseconde – ik kan geen mensen of dingen zien… Nee, ik zie alleen maar een kleur. Een warme, vurige, levendige kleur.

Paars.

  • Print
  • Facebook
  • Twitter
  • Google Bookmarks
  • PDF