Terug naar… 14 augustus 1896

In de Nieuwe Rotterdamsche Courant is een afkeurend artikel verschenen over een oorlogsmisdaad die recentelijk gepleegd is door een Nederlandse militair in Atjeh. In het stuk…

werd gemeld dat kapitein Jansen, bijgenaamd “Jansen mooi”, omdat hij zoo leelijk is, bij de verrassing van Anakgaloeng de hoofden van twee Atjehers zou hebben afgehouwen, en deze aan de oorlelletjes opgehangen aan de poort van Pasar Sibreh met een visitekaartje er onder, waarop stond “bataljon anam” (zesde bataljon). 

Vervolgens schreef iemand een brief naar de Courant waarin hij het opnam voor de kapitein (hoewel ik me afvraag of de kapitein blij is met de opmerkingen over zijn uiterlijk):

Jansen is niet mooi, dat is waar, hij is zelfs een heel leelijke sinjo [een “halfbloed”], maar dat leelijke is alleen van toepassing op zijn uiterlijk. In zijn zwarte leelijke lichaam heeft hij echter een hart, veel mooier en veel edeler dan menig inbleek volbloed Europeaan, dat bewees hij herhaaldelijk bij verschillende gelegenheden toen hij nog op de Militaire school was. Dat hart klopte voor een ieder die hulp behoefde, dat hart was zóó gevoelig voor indrukken als de beste zich dat mag wenschen. 

Dat nu diezelfde Jansen — een andere kan niet bedoeld zijn — zou hebben verricht wat hem wordt aangewreven, is eenvoudig onmogelijk. Alle kameraden van 1879—82 van de Militaire school zullen dat getuigen.

De Courant was niet onder de indruk van deze argumentatie en drukte de volgende reactie af: “Een tegenspraak, alleen gegrond op hetgeen men van het karakter van den kapitein weet kan echter niet afdoende geacht worden.”

Bron

  • Print
  • Facebook
  • Twitter
  • Google Bookmarks
  • PDF