Leven in de breedte

In de romancyclus De tandeloze tijd van A.F.Th. van der Heijden poogt de hoofdpersoon, Albert Egberts, onsterfelijk worden door te “leven in de breedte”. Door met zijn geest op zoveel mogelijk plaatsen tegelijk te zijn, wil Albert elk moment oneindig lang laten duren: leven terwijl de klok stilstaat. Door te leven in de breedte verliest de tijd haar dreiging; ze wordt tandeloos. Zo omschrijft Van der Heijden het zelf in De slag om de Blauwbrug:

Want er was een duizelingwekkend bestaan mogelijk-niet in ‘in de lengte’, zoals we het gewend waren, maar in de breedte, waar alles sneller verliep, meer in beweging was, geen aardse tijd verloren ging: waar alle gebeurtenissen zich gelijktijdig afspeelden, in plaats van elkaar tijdrovend op te volgen…

Ergens in De tandeloze tijd probeert Albert Egberts dit principe in de praktijk te brengen door in een café een groot aantal glazen jenever te bestellen en die vervolgens niet op te drinken. Vraag me niet waarom dit een voorbeeld is van leven in de breedte. Misschien omdat als je de jenever op zou drinken, je toe zou geven aan leven in de lengte? In het boek (ik ben helaas vergeten welk deel) wordt het ongetwijfeld met welluidende en barokke zinnen uitgelegd.

Ik weet wel dat ik in VWO6 (het kan ook VWO5 geweest zijn) geprobeerd heb om samen met een vriend – ook een lezer van De tandeloze tijd –  dit experiment te herhalen tijdens een avondje uit. Jenever was te duur, dus vandaar dat we kozen voor bier. Maar goed, dat maakte vast niet uit voor het welslagen van het experiment. Optimistisch begonnen we met onze poging om de tijd tandeloos te maken. Al snel hadden we een dienblad vol met dode, onaangeroerde biertjes verzameld. Extatisch keken we elkaar aan. We leefden in de breedte! Deze avond zou eeuwig duren! We waren onsterfelijk!

Uiteraard was het moeilijk om uit te leggen wat we aan het doen waren aan mensen die minder geschoold waren in het oeuvre van A.F.Th.

“Waarom drinken jullie je bier niet op,” vroeg iemand.

“Wij leven in de breedte,” antwoordde ik nuffig. “Op deze manier proberen we onsterfelijk te worden.”

Het mag een wonder heten dat ik toen niet op de grond geslagen werd. Achteraf gezien zou ik zo’n reactie best begrepen hebben. Ik verdiende het.

Het mag, denk ik, geen wonder heten dat ons experiment jammerlijk faalde. Het was ons in de verste verte niet gelukt om de tijd stil te zetten of zelfs maar te vertragen, constateerden we aan het einde van de avond. Samen met wat anderen dronken we snel de dode biertjes op. We hadden in de lengte geleefd, en niet in de breedte. Onverbiddelijk was de tijd voorwaarts geraasd. Nou ja, het was Albert Egberts uiteindelijk ook niet gelukt om te leven in de breedte. Dat troostte ons.

Ik moest aan deze episode denken toen ik in The New Yorker een interview las met David Eagleman, een neurowetenschapper die zich bezig houdt met de vraag hoe onze hersenen omgaan met tijd. Een klein fragment:

“Time is this rubbery thing,” Eagleman said. “It stretches out when you really turn your brain resources on, and when you say, ‘Oh, I got this, everything is as expected,’ it shrinks up.” The best example of this is the so-called oddball effect—an optical illusion that Eagleman had shown me in his lab. It consisted of a series of simple images flashing on a computer screen. Most of the time, the same picture was repeated again and again: a plain brown shoe. But every so often a flower would appear instead. To my mind, the change was a matter of timing as well as of content: the flower would stay onscreen much longer than the shoe. But Eagleman insisted that all the pictures appeared for the same length of time. The only difference was the degree of attention that I paid to them. The shoe, by its third or fourth appearance, barely made an impression. The flower, more rare, lingered and blossomed, like those childhood summers.

Tijd rekt dus uit als je hersenen zich aan het inspannen zijn. Is dit een soort van leven in de breedte? En kunnen we de tijd misschien onbeperkt oprekken als we ons omringen met bloemen in plaats van bruine schoenen? Had Albert Egberts al die jaren gelijk?

De hoogste tijd om de afwas te doen.
  • Print
  • Facebook
  • Twitter
  • Google Bookmarks
  • PDF